Languit liggend in een stoel terwijl de avond loom zijn intrede doet, glijden mijn gedachten terug in de tijd, toen het heet, verschroeiend heet en droog en stil was....

Ik zit op mijn veranda, de rivier kabbelt zachtjes klokkend, en witte Ibissen verroeren zich niet in de hete middagzon. De lucht is pijnlijk blauw aan de ogen, bijna wit en droog en heet. Achterover wiebelend op mijn stoel, mijn voeten zetten zich af tegen de leuning van de veranda, geniet ik van dit moment. Een zweetdruppel rolt onbekommerd vanuit een oksel naar beneden. Laat maar gaan. Plukken groen gras
en wat accaciabosjes staan te suffen en schurken zachtjes tegen de schaduw van de doumpalmen aan. Onder de palm staat een zebra te grazen, de staart zwiept onophoudelijk heen en weer. Het geluid van de daar omheen zoemende vliegen is bijna hier, aan de overkant, te horen. Zwaar drukt de lucht op je lijf, zelfs het ademen gaat sloom, alsof er stroop door je longen gepompt wordt. Het flesje water doet goed, in één slok is het leeg. 

Ineens hoor ik gekraak, niet heel veel, maar wel erg luid. Voorzichtig laat ik de stoel terug op de poten zakken en terwijl ik me omdraai komt er een olifant tussen de tenten door lopen. Bijna letterlijk alleen op de wereld trekt hij een spoor dwars door alles heen. Het enige dat ontzien wordt zijn de tenten. Verder doet niets er toe. Zijn enorme lijf, gedragen door grote, maar wonderbaarlijk flexibele en zachte poten, schuift meter voor meter op richting de veranda. Ademloos verwacht ik bijna een enorm kabaal te horen, maar takken ten prooi gevallen aan zijn eetlust zijn het enige dat je hoort kraken. De kleine oogjes kijken alert om zich heen voordat ze zich, uit puur genot, sluiten en de lange wimpers zich als waaiers over de wangen vleien. 
De tijd staat stil, de lucht staat stil, ik ben stil. Het enige dat beweegt is de olifant.
Zijn zwiepende staartje plaagt de vliegen, de oren gaan traag heen en weer.
De malende kiezen verbrijzelen de takken. Zich absoluut niet van mij bewust, of eigenlijk mij volkomen onbelangrijk duidend, slentert de olifant langs de veranda. Uiteindelijk slokt de bosrand iets verderop ook de laatste poot op van een sprakeloze ervaring.