gedichten
Diepgang
Een ven met water zo zwart
dat je er makkelijk een kwart
van de eeuwigheid in kunt verliezen.
De glinstering van het water
doet vermoeden dat eeuwen later
het water stil werd gevangen
door de natuur zijn belangen
van zinken en verdrinken
in een eeuwigdurend zwart.
Zuiderwind
De wind waait uit het zuiden
vanwaar de golven de klokken luiden
over de branding
zacht of machtig
ontegenzeglijk altijd machtig.
De wind waait uit het zuiden
de golven luiden, de golven luiden....
Verborgen leven.
Heel stil was het gras, bijna niets bewoog.
Eén halm gaf mee met de wind alsof de rest loog.
Voorzichtig kwam er een vochtig oogje in beeld
door al het groen in stukjes verdeeld.
Het was er wel, niet, dan weer wel,
en maakte ervan een spannend spel.
Voorzichtig boog de halm verder door
en daar verscheen zowaar een oor.
De haartjes trilden zacht als dons,
je hoorde niets, alleen wat gegons.
Zo plots verdween ineens dit beeld
dat ik even dacht, dat ik ’t mij had verbeeld.
Schemer
Als de dag overgaat in de nacht,
zakken de kleuren met de zon achter de einder,
ontstaat er een fantastische kleurenpracht
tussen zwart en grijs. Veel verfijnder
dan met het blote oog te herkennen is.
Angst
De zieke wordt uitgelachen,
besmuikt wordt over haar heen gelopen
en diep van binnen is
niemand bij machte
de schaamte over de eigen angst
te ontlopen.